Beethoogte

Het punt waar de tanden en kiezen contact maken tijdens het sluiten van de onderkaak is belangrijk. Het bepaalt (deels) de vorm van je gezicht, of er makkelijk gekauwd en gepraat kan worden en of de kauwspieren/ gewrichten zich voldoende kunnen ontspannen.

Tandartsen noemen dit punt de beethoogte of verticale dimensie. In normale situaties is de rustpositie van de onderkaak enkele millimeters hoger dan het punt waar de tanden en kiezen elkaar raken. In deze rustpositie van de onderkaak zouden de tanden en kiezen elkaar dus nog niet mogen raken en aan de andere kant moet er ook weer niet te veel ruimte zitten tussen de rustpositie en het punt van dichtbijten.

De tandarts kan op verschillende manieren de beethoogte bepalen. Vaak wordt dit gedaan met een plaatje was en meetpunten die met een potlood (tijdelijk) op het gezicht getekend worden. Het is ook mogelijk om hiervoor speciale apparatuur te gebruiken die in de mond worden geplaatst en waar de beethoogte met een schroef veranderd kan worden.

Beethoogte bepaling bij een tandeloze patient