Wortelkanaalbehandeling
Bij een wortelkanaalbehandeling, ook wel zenuwbehandeling genoemd wordt het binnenste levende deel van een tand of kies verwijderd (pulpa) verwijderd. Vervolgens worden de wortelkanalen ruimer gevijld, gedesinfecteerd en weer opgevuld. Meestal is er een verdoving (A10) nodig voor deze behandeling.
Herkenbaar is de situatie van kiespijn ontstaan door een ontstoken zenuw en waarbij de wortelkanaalbehandenling de pijn verhelpt. Soms is de zenuw al afgestorven en leven er bacteriën in de wortelkanalen die dan rondom de wortelpunt een infectie veroorzaken. Een wortelkanaalbehandelingen is ook een oplossing om die ontstekingen te genezen.
Een andere reden waarom een wortelkanaalbehandeling nodig kan zijn is om extra houvast voor een kroon of brug te verkrijgen.
De wortel moet tot bijna aan de wortelpunt worden schoongemaakt en gevuld. Daarom neemt de tandarts röntgenfoto's om de wortels te beoordelen. Er kan ook gebruik gemaakt worden van een elektronisch apparaat om de lengte van de wortels te bepalen (E85).
De tand of kies wordt afgeschermd met een rubberlapje, ook wel rubberdam (E45) genoemd. Hierdoor kan de tand of kies schoon blijven en de patiënt is ook beschermd voor de instrumenten en de desinfecterende middelen.
Middels boren wordt via de tandholte (pulpakamer) de wortelkanalen bereikt. Deze worden met vijltjes verruimd; vaak worden speciale vijltjes van geheugenmetaal gebruikt (E04). Tijdens het vijlen worden de wortelkanalen gedesinfecteerd met een spoelmiddel. De schoongemaakte kanalen worden gevuld met rubberstiftjes (Gutta-Percha) en cement. De tand of kies zelf wordt vervolgens afgesloten met een definitieve vulling of kroon.
Omdat een kanaalbehandeling veel tijd kost, soms wel meer dan twee uur, wordt de behandeling vaak in twee afspraken gepland. Na de eerste behandeling krijgt de tand of kies een tijdelijke vulling en wordt er vaak een desinfecterend middel in de wortelkanalen aangebracht (E19).
Lees hier antwoorden op veel gestelde vragen over wortelkanaalbehandelingen.